
ze vroegen me
vertel eens over jou
vertel eens over jouw diepste
binnenste (ziel, noemden ze dat)
ze zeiden
schrijf eens op wat je bezielt
(weer dat woord-
ziel-zielig-zielend)
ik ben zoveel
zo veel, dat ik haast barst,
mijn voegen uit
de wereld in
ik voel mijn botten
als een anker
mijn vlees als perkament
een vel papier
dus kijk ik in mijn hoofd
en lager, in mijn hart
daar schijnt iets,
straalt iets uit
wanneer ik zing of zingen hoor
schijnt het harder
wanneer ik de zee zie
nog meer
in mijn hoofd volg ik
ondergrondse gangen
steeds verder en dieper
maar ik verdwaal nooit
ik kom mezelf steeds tegen
steeds als iets anders
toch weet ik best
dat ik dat ben
hier ben ik bosheks-
veel leuker dan die rotprinses
die altijd goed
en braaf moet zijn
hier ben ik rode draak
met mijn staart
om mijn schat gekruld
geen ridder die mij aankan
dáár ben ik onderzoeker
met glazen voor mijn ogen
en een extra paar
voor de zekerheid
dáár ben ik stormwind
die raast over de golven
ik ben zeemans-blauw
donker en wild
ginds ben ik poortbewaker
een poort naar andere werelden
verhalenverteller
onder de wortels van een boom
ik ben ook een sterke man
die altijd helpt
als een brug naar de overkant
waar je in je eentje niet kunt komen
er is ook een tovenaar
of - hoe heet het- een sjamaan
die trommelt heen en terug
tussen de werelden in mij
er is ook een vijand
(die ben ik ook)
die altijd zegt dat ik niks kan
die alles grijs maakt, en niks-aan
en een rover
die mijn gedachten steelt
en dingen denkt
die niet mogen
en dáár mijn lievelings-ik
een vrouwtjespoema
languit op een grote tak
mijn klauwen sterk en zeker
maar ik ben ook een haas
die schuilt in het lange gras
en zich vaak prooi voelt
voor wezens sterker dan ik
nu ga ik terug
ik vouw mijn vleugels om mij uit
naar boven, naar buiten
zeemeeuwvleugels (van die grote)
dit ben ik
en nog veel meer
verder - dieper- wijder- hoger
en toch mij
dichterbij nog, dan mijn huid
dichterbij nog, dan mijn bloed
zo ben ik
bezield
(denk ik)
Greetje Penning © 2022